JPMorgan heeft Quorum aan ConsenSys verkocht omdat het nergens heen ging, aldus voormalig Quorum hoofdingenieur

Eerder deze week plaatsten wij een artikel waarin duidelijk werd dat ConsenSys het blockchain-project van JPMorgan, genaamd Quorum, overgenomen had. De details van de deal en de redenen waren echter niet geheel duidelijk. Hier is nu verandering in gekomen.

Zo deelde Will Martino, de voormalige hoofdingenieur van JPMorgan’s Quorum blockchain, gisteren met Cointelegraph de redenen waarom JPMorgan besloten heeft om Quorum te verkopen aan ConsenSys.

Martino was betrokken bij de eerste iteratie van het project, toen het nog “Juno” heette. Sinds hij JPMorgan heeft verlaten, heeft hij Kadena opgericht, een proof-of-work blockchain die sharding gebruikt om schaalbaarheid te bereiken.

Quorum ging nergens heen

In de verklaring haf Martino aan dat hij gelooft dat, hoewel de technologie goed was voor zijn tijd, het echter wel de fundamentele tekortkomingen van Ethereum (ETH) geërfd had.

Hoewel details over de recente overname van Quorum door ConsenSys niet naar buiten gebracht zijn, werd opgemerkt dat JPMorgan tijdens het afstoten van Quorum een ​​investering deed in ConsenSys. Martino gaf aan dat de investering die de bank heeft gedaan in ConsenSys hoger was dan het prijskaartje van Quorum. Hij suggereert dat dit misschien een gemakkelijke manier was voor JPMorgan om zich te ontdoen van een bedrijfseenheid die nergens naartoe leidde:

“Quorum was een echte poging om Ethereum-technologie te implementeren in een industriële omgeving. Maar het wordt opnieuw gehuisvest en ik denk echt niet dat er veel vooruitgang zal zijn vanuit ConsenSys. Vanuit mijn oogpunt, denk ik dat ze waarschijnlijk het merk kopen voor de naam, zodat ze het Quorum-handelsmerk en de intellectuele eigendommen kunnen gebruiken voor marketing.”

Ethereum Virtual Machine is de bottleneck

Martino zegt dat het echte probleem met Quorum is dat het gewoon niet schaalbaar is. Dit kan als een verrassing komen, aangezien het is gebouwd als een privé fork van Ethereum en hierdoor geen mining nodig heeft. Volgens Martino ligt het probleem echter dieper en komt het voort uit de Ethereum Virtual Machine of EVM:

“Dus als je zoiets als de EVM neemt, wat nooit de bottleneck op een openbare blockchain was, en je zet het in een privéketen, kan het ineens heel gemakkelijk de bottleneck worden. En dit was één van de redenen waarom het Quorum veel moeite had met het uitvoeren van meer dan (de cijfers die ik heb gehoord) tussen tweehonderd en duizend transacties per seconde.”

Martino zegt dat zijn scepsis over Ethereum en zijn afgeleide technologieën zowel voortkomt uit persoonlijke ervaring als uit gesprekken met veel mensen in de bedrijfsruimte die ermee hebben geëxperimenteerd:

“Als JPMorgan, één van de grootste bedrijven ooit, de acceptatie niet kan stimuleren, zelfs als ze een geweldige interne use-case hebben, moet je jezelf afvragen ‘waarom’? En mijn antwoord daarop is dat de technologie gewoon fundamenteel beperkt is. Als je gaat praten met andere grote systeemintegrators, grote adviesbureaus, hoor je heel, heel vergelijkbare dingen.”

Gaat JPMorgan verder met blockchain-technologie?

Het is onduidelijk of JPMorgan de interesse in blockchain-technologie helemaal heeft verloren of alleen in dit specifieke interne experiment. Martino gelooft niet dat de bank zal overschakelen naar Hyperledger’s Fabric; een populaire oplossing voor grote bedrijven. Volgens hem is het zelfs nog erger dan het Quorum, dat hij op een gegeven moment “best in class” noemde. Naast zijn eigen project Kadena zegt Martino dat Near ook een haalbare optie zou kunnen zijn. Toch gelooft hij dat de pandemie de acceptatie van blockchain door ondernemingen heeft vertraagd. Hij gaf aan dat we pas in 2021-2022 grote ontwikkelingen gaan zien.