Craig Wright, een Australische computerwetenschapper die al jaren beweert de mysterieuze oprichter van Bitcoin (Satoshi Nakamoto) te zijn, mag van het Britse Hooggerechtshof geen nieuwe smaadzaken meer aanspannen over deze bewering.
Op 12 mei besloot rechter Edward Mellor dat Wright misbruik maakte van het rechtssysteem door herhaaldelijk critici aan te klagen die twijfelden aan zijn identiteit als Satoshi. Volgens de rechter zette Wright juridische middelen in als “wapen” om tegenstanders onder druk te zetten en het zwijgen op te leggen.
Rechter: verzonnen bewijs en juridische intimidatie
Rechter Mellor stelde dat Wright regelmatig gebruikmaakte van verzonnen of misleidend bewijs om rechtszaken te starten. Dit leidde tot dure, langdurige juridische procedures voor de aangeklaagde partijen, die vaak ontwikkelaars of leden van de Bitcoin-gemeenschap zijn. De rechter noemde Wrights aanpak een vorm van intimidatie en oordeelde dat deze “een juridische hel” veroorzaakte voor de betrokkenen.
Daarom heeft de rechter een zogenoemd “civiel verbod” opgelegd. Dit betekent dat Wright geen nieuwe rechtszaken over zijn vermeende identiteit als Satoshi Nakamoto meer mag starten zonder toestemming van de rechtbank.
COPA en ‘vijf jaar persoonlijke hel’
Een van de belangrijkste tegenstanders van Wright is de Crypto Open Patent Alliance (COPA), een non-profitorganisatie die innovatie in de cryptowereld wil beschermen tegen misbruik van patenten. COPA diende in 2021 een klacht in tegen Wright om hem te stoppen met het voeren van juridische strijd over de identiteit van Satoshi.
Leden van COPA, waaronder Peter McCormack en Magnus Granath (beter bekend als Hodlonaut), kregen volgens rechter Mellor jarenlang te maken met juridische intimidatie. Hij omschreef hun situatie als “vijf jaar persoonlijke hel”.
Negatieve invloed op de cryptosector
De rechter concludeerde dat Wrights rechtszaken niet alleen schadelijk waren voor de aangeklaagde individuen, maar ook een negatief effect hadden op de bredere cryptosector. De voortdurende juridische dreiging had volgens Mellor een “afschrikwekkend effect” op de innovatie, omdat ontwikkelaars en ondernemers ontmoedigd werden om actief te blijven in het veld.
Met het civiel verbod probeert de rechtbank verdere schade aan het publieke debat en de technologische vooruitgang binnen de cryptowereld te voorkomen.
