Woensdag begon de langverwachte zaak van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) tegen de beursgenoteerde cryptocurrency-beurs Coinbase, waarbij beide partijen hun argumenten aan mochten leveren.
Het financiële toezichthouder in de VS spande de rechtszaak tegen Coinbase oorspronkelijk in juni 2023, waarin het beweerde dat de cryptocurrency-beurs actief was in het land, zonder zich te registreren als een effectenbeurs, terwijl het wel dergelijke producten aanbood,.
Coinbase heeft afgelopen augustus echter van zich afgebeten door te beweren dat géén munten aanbiedt die als effecten geclassificeerd worden. Daarnaast beweerde het dat de agentschap niet bevoegd is hierover te oordelen. Het zei het volgende:
“De SEC heeft een eerlijk proces geschonden, haar discretie misbruikt en haar eigen eerdere interpretaties van de effectenwetten verlaten. Maar er is een fundamenteler probleem met deze zaak – een probleem dat de voorzitter twee jaar geleden heeft erkend en dat Coinbase nu recht geeft op een oordeel over de pleidooien: het onderwerp valt buiten de gedelegeerde bevoegdheid van het agentschap.”
Cryptocurrencies passen niet in bestaande kaders
Eerder diende senator Cynthia Lummis (R-WY) een amicus curiae-brief in ter ondersteuning van Coinbase, waarin hij verklaarde dat de SEC probeert “een geheel nieuwe klasse van activa in de bestaande definitie van een “effect” te plaatsen.
Bovendien beweerde Lummis dat de poging van het federale agentschap om crypto-activa als effecten te bestempelen “de autoriteit van de SEC overschrijdt, inbreuk maakt op de wetgeving van het Congres en in strijd is met de scheiding der machten.”
Toen rechter Katherine Polk Failla, die de zaak voorzit, de advocaten van de SEC vroeg waarom ze niet naar senator Lummis moest luisteren bij het afwijzen van de rechtszaak, beweerde de vertegenwoordiging van de SEC dat ze negentig jaar modern effectenrecht terzijde zou schuiven, daarbij verwijzend naar de “Howey-test.”
Gebaseerd op de zaak SEC v. Howey van het Hooggerechtshof uit 1946, waarin elk effect als een investeringscontract wordt gedefinieerd. Volgens Embroker wordt een transactie geclassificeerd als een investeringscontract en slaagt deze voor de ‘Howey-test’ wanneer deze bestaat uit een geldinvestering in een gemeenschappelijke onderneming met een redelijke verwachting van winst uit de investering van anderen.
Met dit in gedachte, besloot de advocaat van Coinbase zijn pleidooi met het volgende:
“Wij zijn het niet die niet bereid zijn de jurisprudentie getrouw toe te passen; het is de Commissie. Ze proberen deze transacties in Howey te proppen terwijl ze daar niet thuishoren.”
Een beslissing is nog niet bekend
Na meer dan vier uur pleidooien kon rechter Failla vanaf woensdagmiddag geen succesvolle beslissing nemen in de zaak. Ze gaf dan ook het volgende aan:
“Ik ben bang dat ik precies datgene zou doen wat u beweert dat de Commissie hier doet, namelijk de macht overnemen zonder dat ik activiteiten hoef te stoppen die ik niet zou moeten stoppen.”
Ze sloot af met:
“Het antwoord zou kunnen zijn dat ik gewoon pech heb totdat het Congres in actie komt.”