Kristi Noem, de gouverneur van Zuid Dakota, heeft een wetsvoorstel verworpen dat digitale activa wil uitsluiten van de wettelijke definitie van geld, met uitzondering van centrale bank digitale valuta’s (CBDC’s). In een interview met Tucker Carlson gaf Noem aan dat het wetsvoorstel moest worden verworpen omdat het een duidelijke bedreiging vormde voor fundamentele vrijheden.
Ook zei Noem dat onder het wetsvoorstel de federale overheid gemakkelijker een CBDC zou kunnen aannemen, die de enige levensvatbare digitale activa zou zijn. Het onderstaande werd aangegeven in het interview:
“Het werd verkocht als een update van de richtlijnen van de UCC (Uniform Commercial Code), gesteund door al onze financiële instellingen, onze banken. Toen we het begonnen door te lezen, zagen we het gedeelte van het wetsvoorstel dat de definitie van valuta veranderde. En in feite legde het de weg vrij voor een door de overheid geleide CBDC en verbood het ook elke andere vorm van cryptocurrency, Bitcoin (BTC) of digitale valuta die bestond. Dus voor mij was het heel duidelijk een bedreiging voor onze vrijheid…
We hebben dezelfde taal die naar meer dan 20 andere staten komt. Ik geloof dat het bedoeld is om een weg te banen voor de federale overheid om onze valuta te controleren en daarmee mensen te controleren. Het zou mensen zorgen moeten baren en het wordt verkocht als een update van de UCC-richtlijnen.”
Noem verwees naar House Bill 1193, dat beoogt de UCC van South Dakota te wijzigen. In het wetsvoorstel werden CBDC’s niet specifiek genoemd. Geld werd echter wel beschreven als iets dat kan worden ‘vastgesteld door een intergouvernementele organisatie’. Het volgende werd toegevoegd:
“‘Geld betekent een ruilmiddel dat momenteel is geautoriseerd of aangenomen door een binnenlandse of buitenlandse overheid. De term omvat een monetaire rekeneenheid die is vastgesteld door een intergouvernementele organisatie of door een overeenkomst tussen twee of meer landen. De term omvat geen elektronische registratie die een ruilmiddel is dat is vastgelegd en overdraagbaar in een systeem dat bestond en werkte voorafgaand aan de autorisatie of aanneming van het ruilmiddel door de overheid.”