De juridische strijd van Ripple tegen de Amerikaanse Securities and Exchange Commission is nu al een lange tijd bezig en het ziet er niet naar uit dat het op korte termijn opgelost gaat worden. Zo ging de rechtszaak donderdag verder nadat Ripple een memorandum indiende tegen de SEC-motie om de verdediging van Ripple te schrappen, vanwege “selectieve openbaarmaking” aan derden. Ripple Labs beschuldigde de toezichthouder echter op zijn beurt weer van een “gebrek aan een eerlijk proces” en “oneerlijke kennisgeving”.
Ripple beschuldigde de regelgevende instantie tevens van een verkeerde voorstelling van zaken, het weglaten van belangrijke delen in hun voordeel, en ook dat het de verklaring van de rechter citeerde om het in hun voordeel te laten klinken. De belangrijkste onderdelen van het memorandum luiden:
“De SEC laat de belangrijkste onderdelen van de discussies die ze noemt achterwege. Ten eerste geeft de SEC als voorbeeld de verzoeken van gedaagden voor ontdekking van bepaalde interne communicatie bij de SEC, en citeert de raadsman van Ripple waarin staat dat deze ontdekking een grote relevantie heeft. . . tot onze verdediging.
Ten tweede stelt de SEC dat Magistraat Rechter Netburn redeneerde dat [de ontdekking] mogelijk relevant zou kunnen zijn voor de verdediging van Ripple op het gebied van eerlijke kennisgeving. De SEC gaf een verkeerde voorstelling van wat rechter Netburn zei. Rechter Netburn verklaarde dat de eigen beslissing van de SEC om de individuen te beschuldigen van medeplichtigheid – een bewering die sterk bewijs vereist – voldoende was om de deur naar deze ontdekking te openen.”
De SEC had eerder betoogd dat het “begeleiding bood op het gebied van digitale activa”, maar de beklaagden waren het daar scherp mee oneens en beweerden dat de SEC niet probeerde te verduidelijken dat het dit vóór 2017 had gedaan. Het is vermeldenswaard dat de regelgevende instantie probeert de beklaagden vanaf 2013 aansprakelijk te stellen voor aanbiedingen en verkopen van XRP.
Door Bitcoin en Ethereum weer in beeld te brengen, voerde Ripple Labs aan dat het zelfs vanaf 2017, het jaar waarin de SEC begon te waarschuwen voor ICO’s, had verklaard dat de verkoop van twee eerder genoemde gevestigde cryptocurrencies, vergelijkbaar met XRP, “geen effecten” waren.
In zijn Memorandum of Law beschuldigden de beklaagden ook de SEC van “cherry-picken” van feiten, waarbij het eraan toevoegde dat het FinCEN en DOJ dit niet eerlijk hadden gemeld, in tegenstelling tot wat de regelgevende instantie zei.
“Het [verhaal van SEC] lijkt niet op de beschuldigingen in het antwoord van Ripple, dat de rechtbank als waar zou moeten beschouwen met het oog om deze motie af te wijzen.”