Voormalig SEC-voorzitter trekt motief achter de rechtzaak tegen Ripple in twijfel

Een voormalig SEC-commissaris Joseph Grundfest heeft vraagtekens gezet bij het motief achter de rechtszaak die is aangespannen door de Amerikaanse Security and Exchange Commission (SEC) tegen Ripple.

De SEC heeft een rechtszaak aangespannen tegen Brad Garlinghouse, CEO van Ripple en mede-oprichter Chris Larsen, waarin zij beschuldigd worden dat zij sinds 2013 $1,3 miljard hebben opgehaald via een lopende, niet-geregistreerde, aanbieding van effecten.

Als gevolg hiervan heeft de munt veel van zijn waarde verloren, wat allemaal voorkomen had kunnen worden, volgens Joseph Grundfest. Zo gaf John Deaton, een crypto-advocaat, aan dat Joseph Grundfest de SEC had gewaarschuwd dat investeerders het risico lopen miljarden te verliezen gezien “de omvang van een SEC-handhavingsactie” tegen Ripple’s XRP.

Ripple’s cryptocurrency XRP is sinds de aanklacht flink getroffen. Het nieuws heeft ertoe geleid dat de handel in XRP op verschillende beurzen is opgeschort, waardoor veel investeerders besloten hebben om de munt te verkopen.

Voordat de aanklacht echter ingediend werd schreef de voormalige SEC-voorzitter naar verluidt een brief aan Jay Clayton, waarin hij het motief in twijfel trok. Grundfest beschreef verder de rechtszaak als ongekend, gezien de aanstaande machtswisseling binnen de toezichthouder.

Hij gaf aan dat de doelstellingen van een nieuwe administratie en congres aanzienlijk kunnen verschillen van de huidige perspectieven, waardoor de rechtszaak ‘overbodig wordt. Hij voerde ook aan dat de handhavingsactie de houders van XRP zou kunnen schaden, die hij onschuldige derden noemde.