Binance ontvangt boete van €3,3 miljoen vanuit De Nederlandsche Bank

Binance, ’s werelds grootste cryptocurrency-beurs van dit moment, heeft de afgelopen tijd aardige stappen gemaakt omtrent goedkeuring in Europa. De beurs is de afgelopen tijd flink bezig geweest om Europese regelgevers tevreden te stellen en kreeg goedkeuring in Frankrijk, Italië en Spanje. Hoewel dit uiteraard goed nieuws is voor de beurs, kreeg het vandaag toch te maken met wat minder goed nieuws vanuit De Nederlandsche Bank (DNB).

Vandaag is namelijk naar buiten gekomen dat de beurs een boete van €3,3 miljoen opgelegd heeft gekregen voor het opereren in Nederland zonder registratie. De boete kwam niet geheel uit de lucht vallen, aangezien De Nederlandsche Bank in augustus 2021 Binance al had gewaarschuwd voor dit feit.

Als gevolg van het ontbreken van de juiste registratie kreeg de beurs een boete van categorie 3 opgelegd, de strengste van de drie handhavingsniveaus van DNB. De heffing kwam uit op de bovengrens van de 2 miljoen euro tot maximaal 4 miljoen euro die de bank kan opleggen “vanwege de ernst en mate van verwijtbaarheid van de niet-naleving”, aldus DNB in ​​een verklaring.

De inbreuk vond plaats over een “langere periode”, zei de centrale bank, van 21 mei 2020 tot ten minste 1 december 2021. “Daarom beschouwt DNB de niet-naleving als zeer ernstig”, aldus de toezichthouder.

DNB zei dat het ook rekening hield met de omvang van Binance en het “zeer substantiële klantenbestand in Nederland”. Het bedrijf is de grootste cryptobeurs ter wereld, met dagelijkse spothandelsvolumes van $15,5 miljard, volgens CoinGecko-gegevens.

De boete werd echter 5% lager gemodereerd omdat Binance de registratie aanvraagde en tijdens het proces “relatief transparant” was over haar activiteiten, aldus DNB. De centrale bank gaf verder aan dat het de aanvraag van Binance nog aan het beoordelen is.

Binance heeft op 2 juni beroep aangetekend tegen de boete, aldus DNB. Tevens gaf een woordvoerder van Binance aan dat het bedrijf hoopt het gekibbel achter de rug te hebben terwijl het zijn Nederlandse licentie nastreeft. De woordvoerder gaf verder het volgende aan:

“Het besluit van vandaag markeert een langverwachte spil in onze voortdurende samenwerking met De Nederlandsche Bank. Hoewel we niet dezelfde mening delen over elk aspect van het besluit, respecteren we ten zeerste de autoriteit en professionaliteit van de Nederlandse regelgevers om de regelgeving naar eigen goeddunken te handhaven.”