Zuid-Afrikaanse reserve bank (SARB) klaar met concept over CBDC

Zuid-Afrika is weer een stap dichterbij de invoering van de central bank digital currency (CBDC) van het land. De South African Reserve Bank (SARB) heeft onlangs een technische proof-of-concept voor het project heeft afgesloten. Project Khokha 2 (PK2) is de tweede fase van Project Khokha (PK1) van de SARB, dat werd gelanceerd in 2018. Het project heeft geëxperimenteerd met distributed ledger-technologie (DLT) voor de afwikkeling van interbancaire betalingen. Hierbij werd met succes het real-time bruto-vereffeningssysteem, SAMOS, van de banken gerepliceerd. Deze tweede fase, PK2, werd in februari 2021 gelanceerd en testte DLT met clearing, trading en settlement binnen de proof-of-concept-omgeving met industriedeelnemers Absa, FirstRand, JSE Limited, Nedbank en Standard Bank die de Intergovernmental Fintech Working Group (IFWG) vormen.

Welke richting gaat Zuid-Africa op met de CBDC?

De SARB testte de uitgifte van schuldinstrumenten en maakte twee betalingsopties voor afwikkeling mogelijk met behulp van de technologie. De twee mogelijkheden zijn een wholesale CBDC en een wholesale settlement token (wTOKEN), wat een vorm van privégeld is dat wordt uitgegeven door een commerciële bank. De proof-of-concept ontwikkelde twee DLT-platforms, een die diende als een gedecentraliseerd handelsplatform en de andere die de CBDC beheerde. Een bi-directionele brug vergelijkbaar met die gebruikt in DeFi bij het verzenden van cryptocurrencies over verschillende blockchains werd ook gebouwd, waardoor portabiliteit van de CBDC tussen de twee platforms mogelijk is.

De resultaten van het project benadrukten de zakelijke, operationele en regelgevende implicaties dat DLT in de markt zou hebben. De SARB vatte in een verklaring samen dat de technologie functies zou stroomlijnen die worden uitgevoerd door afzonderlijke infrastructuren op een enkel platform, waardoor de kosten en complexiteit mogelijk worden verminderd.

De SARB wil een compleet plaatje hebben

De SARB heeft in het rapport wel gewezen op dat nieuwe DLT-platforms moeten worden geïntegreerd met legacy-systemen. De kosten worden hierbij bij de banken gelegd. Volgens de SARB dienen er nieuwe normen, bijgewerkte best practices en nieuwe ondersteuningssystemen worden vastgesteld voor de DLT-infrastructuur. De SARB meldde:

“Een overgang naar een DLT-gebaseerd systeem vereist een zorgvuldige planning en uitvoering en kan inhouden dat een DLT-gebaseerd systeem een tijdje parallel loopt met het bestaande systeem, misschien voor onbepaalde tijd.”

Ook werden er technische risico’s met betrekking tot betrouwbaarheid en veiligheid opgemerkt. Daarnaast werd het gebruik van de CBDC op netwerken buiten die risico’s gemarkeerd als onderwerpen voor verdere overweging. Verder werk zal worden ondernomen om de bevindingen van deze fase van het project en de juridische status van de wCBDC te bestuderen, aldus de SARB. Ook zal dit worden gebruikt om beleids- en regelgevende reacties op DLT en CBDC’s op de financiële markten te bestuderen. Er is geen datum vastgesteld voor het einde van het project, maar volgens de SARB zal dit ergens in 2022 zijn.