Israël is van plan de ontwikkeling van zijn eigen centrale bank digitale valuta (CBDC), de digitale sjekel, te versnellen. De Bank van Israël (BoI) wil verschillende dienstverleners betrekken bij de gezamenlijke ontwikkeling van een geavanceerd digitaal betalingssysteem dat draait om de digitale sjekel. Een ruwe vertaling van de aankondiging van de centrale bank luidde:
“Als onderdeel van het actieplan voor de mogelijke uitgifte van de digitale sjekel, plant de Bank van Israël de ‘Digitale Sjekel Uitdaging’ – een experiment geïnspireerd door het ‘Project Rosalind’ uitgevoerd door het BIS Innovation Hub.”
Project Rosalind is een gezamenlijk experiment tussen de Bank for International Settlements (BIS) en de Bank of England, dat prototypes wil ontwikkelen voor een application programming interface (API). Als onderdeel van de uitdaging zal de BoI een sandbox-omgeving bieden gekoppeld aan een laag van API’s. Deelnemers zullen strijden om real-time CBDC-betalingssystemen te bouwen voor het grote publiek.
Shauli Rejwan, managing partner bij Masterkey Venture Capital, een durfkapitaalfirma gevestigd in Tel Aviv, legde het initiatief in detail uit:
“Het programma bestaat uit drie fasen: aanvraag en presentaties, toegang tot het nieuwe netwerk voor geselecteerde projecten, en een eindpresentatie aan juryleden, van wie sommigen recent hebben gesproken op crypto-evenementen.”
Hij gelooft dat het initiatief mogelijk de kloof kan overbruggen tussen de Web3-industrie en de overheid, hoewel gedecentraliseerde financiën, zero-knowledge en permissieloze oplossingen nog niet in overweging worden genomen. Israël nodigde entiteiten uit de private, publieke en academische sectoren uit om deel te nemen aan het experiment. De centrale bank voegde toe:
“Prioriteit zal worden gegeven aan toepassingen met originele en innovatieve kenmerken in de betalingswereld, of het nu verbeteringen zijn van bestaande toepassingen of volledig nieuwe toepassingen.”
Hoewel CBDC’s zijn ontworpen om universele gebruikssituaties te dienen, mogen deelnemers aan Israël’s CBDC-experiment ook oplossingen bouwen voor unieke niches en scenario’s. Op 16 april zei BoI vice-gouverneur Andrew Abir dat CBDC-concurrentie met banken goed is voor de economie van het land. Abir geloofde dat de ontwikkeling van een digitale sjekel steun van het publiek zou krijgen.
“De digitale sjekel zal niet ontwikkeld worden door een anonieme Satoshi Nakamoto. Iedereen zal weten wie er achter de digitale sjekel zit en wie er verantwoordelijk voor is — […] dezelfde Bank van Israël die achter het contant geld staat dat we allemaal kennen en vertrouwen.”
Volgens Abir zou de digitale sjekel ook de BoI kunnen ten goede komen. Alleen al de optie om digitale sjekels aan te houden zou banken kunnen aanmoedigen om hogere rente te betalen, voegde hij eraan toe. Een openbaar consultatierapport van 11 mei bevestigde Abir’s gedachten over publieke steun voor CBDC-ontwikkeling.
“Alle reacties op de openbare consultatie geven aan dat er steun is voor voortgezet onderzoek naar de verschillende implicaties op de betalingsmarkt, financiële en monetaire stabiliteit, juridische en technologische kwesties, en meer.”
Echter, respondenten uitten unaniem zorgen over de mogelijke privacyschendingen van CBDC’s.