Het podium is klaar voor een dramatische verschuiving in het mondiale economische landschap, nu blijkt dat Jared Bernstein, de belangrijkste econoom van president Biden, banden heeft gehad met de de-dollarisatiebeweging. De kwestie die op het spel staat, is de status van de Amerikaanse dollar als ’s werelds reservevaluta – een concept dat zowel tegenstand als steun heeft gekregen vanuit verschillende hoeken van het economische spectrum.
Een verrassende stem uit het verleden is weer opgedoken om de tegenstelling tussen Bernstein’s huidige standpunt en zijn eerder geuite standpunten over de-dollarisatie te belichten. Balaji Srinivasan, de voormalige Chief Technology Officer van Coinbase, heeft een opiniestuk onthuld dat Bernstein in 2014 heeft geschreven, waarin hij pleitte voor het loslaten van de dominantie van de dollar als ’s werelds reservevaluta.
In het artikel in The New York Times uitte Bernstein zijn bezorgdheid dat de toonaangevende positie van de dollar de banengroei belemmerde en economische zeepbellen in de Verenigde Staten veroorzaakte. Als we naar het heden kijken, lijkt Bernstein, nu voorzitter van de Raad van Economische Adviseurs, zich te hebben gedistantieerd van deze eerdere standpunten.
Tijdens zijn bevestiging in de Senaat prees hij de dominantie van de Amerikaanse dollar als een belangrijk instrument voor internationale veiligheid, waarbij hij erop wees dat dit de VS in staat stelde sancties op te leggen aan Rusland na diens invasie in Oekraïne.
Desalniettemin werpen de herleving van zijn eerdere standpunten door Srinivasan een nieuw licht op zijn economische voorkeuren.
Het ontrafelen van het debat over de-dollarisatie Srinivasan, die ook een vooraanstaande angel investor is, erkent de logica in Bernsteins eerdere standpunt en beschrijft zelfs diens oorspronkelijke standpunten over de-dollarisatie als “niet irrationeel”.
Hij betoogt dat zowel de regering-Trump als de regering-Biden elementen van economisch nationalisme hebben getoond, waarbij Bernsteins eerdere standpunt past in deze bredere benadering. Srinivasan stelt dat een strategische depreciatie van de Amerikaanse dollar de Amerikaanse export zou kunnen stimuleren en de concurrentiepositie op de wereldmarkt zou kunnen versterken.
Volgens Srinivasan wordt de de-dollarisatiebeweging niet alleen gedreven door marktkrachten, maar ook door verschillende landen die economische onafhankelijkheid nastreven. Deze koerswijziging zou volgens hem moeilijk te navigeren kunnen zijn, maar zou kunnen leiden tot een meer gebalanceerde mondiale economische orde.
Het lijkt erop dat de wereld op weg is naar een ingrijpende economische transformatie. De dominantie van de Amerikaanse dollar staat onder druk door een koor van stemmen die pleiten voor de-dollarisatie – een verschuiving die mogelijk gevolgen kan hebben voor de mondiale financiële markten en de economische hegemonie van de Verenigde Staten.
Hoewel Bernstein misschien van gedachten is veranderd, lijken de sporen van zijn eerdere geschriften zijn huidige rol te achtervolgen. De onthullingen van Srinivasan hebben een nieuw gesprek geopend over de toekomst van de Amerikaanse dollar en Bernsteins rol in dit debat.
De aankomende economische verschuivingen en hun impact zullen ongetwijfeld nauwlettend worden gevolgd door experts over de hele wereld, omdat het machtsbalans in de mondiale economie mogelijk een diepgaande verandering ondergaat.
Met steeds meer landen die zich verzetten tegen de ‘King Dollar’ wordt één ding steeds duidelijker: het tijdperk van de onbetwiste dominantie van de Amerikaanse dollar nadert mogelijk zijn einde.
De verschuiving van één dominante mondiale valuta naar een meer gedecentraliseerd financieel systeem lijkt nu in gang te zijn gezet. De gevolgen van deze mogelijke verandering zijn enorm, niet alleen voor de Verenigde Staten, maar voor de hele wereldeconomie.