EU wijst petitie af om fonds op te zetten voor slachtoffers van criminaliteit omtrent cryptocurrencies

De Europese Unie heeft een petitie afgewezen om een ​​speciaal fonds op te zetten dat belastingbijdragen ontvangt van alle Europese cryptocurrency-nodes om slachtoffers van fraude, hacks en diefstal te compenseren. De in Londen gevestigde advocaat Jonathan Levy diende de petitie eerder dit jaar in. Hij stelde voor een fonds op te richten dat een kleine bijdrage zou ontvangen van elke node in Europa, 0,00001 cent per euro, voor slachtoffers van cryptomisdrijven. Dit fonds moest slachtoffers van fraude, diefstal en afpersing omtrent cryptocurrencies in Europa compenseren.

De uitvoerende macht van de Europese Unie heeft de petitie in haar antwoord afgewezen. In haar afwijzing wees de Commissie op het recente voorstel over regelgeving inzake digitale activa in de Europese Unie, dat volgens haar de Europese gebruikers zal beschermen. Bovendien heeft de regio al de 5e antiwitwasrichtlijn (AMLD5) die rechtszekerheid voor gebruikers creëert. De Commissie wees er ook op dat zij volgend jaar ingrijpende wijzigingen in haar antiwitwaskader zal doorvoeren.

De commissie van de Europese Unie wees er in haar afwijzing tevens op dat fraude, afpersing en hacks, waarbij digitale valuta betrokken zijn, strafrechtelijke zaken zijn en dat dergelijke slachtoffers hen moeten vervolgen via nationale wetshandhavingsinstanties. De Commissie reageerde als volgt:

“De Commissie stelt voor dat indieners hun respectieve zaken blijven vervolgen via nationale wetshandhavingsinstanties en schadeloosstelling zoeken via bestaande kanalen of bij de rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor hun verlies. EU-regels kunnen van toepassing zijn in gevallen van opzettelijke misdrijven.”

De Commissie wees er verder op dat deze misdaden niet specifiek zijn voor cryptocurrencies. Bovendien vallen de meeste verliezen die worden geleden door exchange-hacks en ICO’s niet binnen de EU. Levy, die de petitie had ingediend, antwoordde op de afwijzing en zei dat als het uitblijven van handhaving in het verleden een indicatie is van de toekomst en dat consumenten hierdoor in een steeds groter tempo het slachtoffer zullen worden van dergelijke zaken.