Europa opent de deuren voor crypto, terwijl Azië de duimschroeven aandraait

De kloof in hoe de wereld digitale assets aanpakt, wordt met de dag groter. Terwijl Azië de teugels aantrekt na een reeks rampen, stormen Europese banken juist vol in op crypto.

Voor gewone gebruikers betekent dit: meer keuzes aan de ene kant van de planeet, maar strengere regels en mogelijke compensaties aan de andere. En dat zet de toon voor de volgende golf in de sector – denk aan veiliger platforms in Europa en een wake-upcall voor exchanges in het Oosten.

Zuid-Korea wil de crypto-scene strakker in de greep krijgen, en de recente hack bij Upbit maakt dat pijnlijk duidelijk. In november verdwenen in nog geen uur tijd Solana-gebaseerde tokens ter waarde van zo'n 104 miljard won – dat zijn dik 30 miljoen euro – van de grootste exchange van het land.

De aanval, mogelijk door Noord-Koreaanse hackers, trof een hot wallet en leidde tot een golf van kritiek op trage meldingen en zwakke beveiliging.

Toezichthouders broeden nu op bank-achtige regels: exchanges moeten hacks compenseren, zelfs als ze niet rechtstreeks schuldig zijn. Tot voor kort gold dat alleen voor banken en betaalreuzen. FSS-baas Lee Chan-jin zei erover:

De druk bouwt op na een reeks storingen bij grote platforms – tussen 2023 en september 2025 telden de top vijf exchanges al 20 incidenten, met meer dan 900 getroffen gebruikers en 5 miljard won aan schade.

Wetgevers eisen ook vaart met een stablecoin-wetsvoorstel. Voor Upbit en co. wordt het zweten: hogere kosten, maar hopelijk ook meer vertrouwen van gebruikers.

In Europa gaat het de andere kant op, met TradFi die crypto omarmt alsof het de nieuwste spaarrekening is. Neem BPCE, de Franse bankingreus: vanaf deze week kunnen twee miljoen klanten via hun apps direct Bitcoin (BTC), Ethereum (ETH), Solana (SOL) en USDC kopen en verkopen.

Het is simpel – een aparte crypto-rekening met lage fees (2,99 euro per maand plus 1,5% per trade) en bewaring door dochter Hexarq. Tegen 2026 moet het hele klantenbestand van 12 miljoen meekunnen.

Dit past in een bredere trend. Spaanse BBVA biedt al maanden retail-trading in BTC en ETH, met eigen custody voor extra veiligheid. Santander's Openbank doet hetzelfde in Duitsland en Spanje, met vijf cryptos op het menu.

Fintechs als Revolut en Bitpanda happen mee, maar de banken willen niet achterblijven. Anders verliezen ze een hele generatie aan jongere, crypto-lustige klanten.

Toch niet overal rozengeur. Polen blokkeerde recent zijn crypto-wetsvoorstel na een veto van president Nawrocki, die vreesde voor te veel overheidsmacht en een rem op vrijheden. Het parlement kon het niet overrulen, waardoor Polen nu het enige EU-land is zonder MiCA-afstemming.

Terwijl buurlanden als Italië en Duitsland licenties uitdelen, dreigt Polen achterop te raken. Bedrijven kunnen niet lokaal registreren en kijken naar alternatieven, met risico op kapitaalvlucht.

De splitsing is duidelijk: Azië focust op bescherming na hacks, met strenge compensatieregels die exchanges dwingen om beter hun best te doen.

Europa, gesteund door MiCA, maakt crypto mainstream – denk aan apps waar je naast je hypotheek ook SOL koopt. Maar uitschieters als Polen tonen dat het niet overal gladjes loopt.

Voor alledaagse gebruikers? Meer opties in Europa, maar let op: kies platforms met sterke bewaring. En in Zuid-Korea: eindelijk wat gemoedsrust als het misgaat.

De sector staat op een keerpunt – veiliger, toegankelijker, maar met regels die per land verschillen. Hou het in de gaten, want deze divergentie vormt de volgende bull run.