De gouverneur van Noord Carolina, Roy Cooper, heeft een wetsvoorstel afgewezen dat de staat zou verbieden om een door de Federal Reserve uitgegeven digitale valuta van de centrale bank (CBDC) te implementeren, ondanks bijna unanieme steun in zowel het Huis als de Senaat.
In zijn verklaring van 5 juni noemde Cooper het wetsvoorstel “te voorbarig, vaag en reactief” om tot wet te maken. Hij benadrukte dat er nog federale inspanningen gaande zijn om normen en beschermingen te waarborgen voor digitale activa, waar Noord Carolina op moet wachten voordat ze actie onderneemt.
Het veto van Cooper kwam na een overweldigende steun voor het wetsvoorstel met een stemverhouding van 109-4 in het Huis en 39-5 in de Senaat eind juni. Met bijna unanieme steun kunnen wetgevers van Noord Carolina Cooper’s veto gemakkelijk ongedaan maken met een drie-vijfde meerderheid in beide kamers.
Critici, waaronder Mitchell Askew van Blockware Solutions en Dan Spuller van de Blockchain Association, uitten teleurstelling over Cooper’s beslissing. Ze bekritiseerden hem voor het maken van een politiek gemotiveerde keuze die niet overeenkwam met de wensen van de inwoners van Noord Carolina.
Hoewel het veto van Cooper een verdeelde reactie opriep, benadrukte Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell tijdens een hoorzitting van de Senaatscommissie voor Bankzaken in maart dat de Verenigde Staten nog niet klaar zijn om een CBDC in welke vorm dan ook aan te bevelen of aan te nemen. Hij onderstreepte de voortdurende ontwikkeling en evaluatie van normen en beleidsmaatregelen op federaal niveau met betrekking tot digitale valuta.
De beslissing van Cooper om het wetsvoorstel te vetoën legt de nadruk op de complexiteit en het belang van federale samenwerking en richtlijnen bij de ontwikkeling van digitale valuta, terwijl het debat over de rol van staten in dit snel evoluerende financiële landschap voortduurt.