Een recent onderzoek van het Internationaal Monetair Fonds in Centraal-Azië en het Midden-Oosten wijst uit dat digitale valuta’s van centrale banken (CBDC’s) mogelijk nuttig zijn voor financiële inclusie en lagere kosten. Het IMF benadrukt echter dat de invoering van een CBDC zorgvuldig moet worden overwogen.
Ondanks het potentieel van CBDC’s is het IMF terughoudend. Uit een enquête onder 19 centrale banken blijkt dat CBDC’s misschien niet noodzakelijk zijn voor het behalen van beleidsdoelen. Het onderzoek wijst op de beperkingen van CBDC’s en stelt dat het verbeteren van bestaande digitale betalingen wellicht praktischer is.
Het IMF onderzoekt al geruime tijd CBDC’s en adviseert lidstaten over hun integratie. Een hoge IMF-functionaris zei dat een wereldwijd CBDC-platform de betalingskosten zou kunnen verlagen door kapitaalcontroles mogelijk te maken. Verschillende landen in het Midden-Oosten en Centraal-Azië onderzoeken het gebruik van CBDC’s.
Recentelijk nam de centrale bank van Saoedi-Arabië deel aan een grensoverschrijdend CBDC-experiment voor internationale handel met de Bank voor Internationale Betalingen (BIS). IMF-directeur Kristalina Georgieva suggereerde dat CBDC’s mogelijk contant geld kunnen vervangen in eiland economieën. Het IMF-onderzoek concludeerde:
“Het invoeren van digitale valuta’s zal een lang en complex proces zijn dat zorgvuldige planning van centrale banken vereist. Beleidsmakers moeten nagaan of een CBDC de doelstellingen van hun land dient en of de verwachte voordelen opwegen tegen de mogelijke kosten en risico’s voor het financiële systeem en de operationele risico’s voor de centrale bank.”
Het IMF waarschuwt dat 83% van de bankfinanciering uit deposito’s komt, en dat CBDC’s mogelijk de winst en leningen van banken beïnvloeden, wat de financiële stabiliteit van een land kan aantasten. Het onderzoek toonde aan dat 19 centrale banken in de regio de uitgifte van CBDC’s onderzoeken.
Deze landen richten zich op hoe CBDC’s de financiële inclusie kunnen verbeteren en de efficiëntie van betalingen kunnen vergroten. Het IMF merkte op:
“In olie-exporterende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en de Golfstaten, waar de financiële markten meer ontwikkeld zijn, ligt de prioriteit op efficiëntere binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen, terwijl voor olie-importerende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, de Kaukasus en Centraal-Azië, en lage-inkomenslanden de focus ligt op het uitbreiden van financiële inclusie.”
Het IMF voegt eraan toe dat de enige voordelen van CBDC’s marginaal zijn en andere barrières zoals lage financiële geletterdheid, wantrouwen in financiële instellingen en gebrek aan identificatie niet oplossen.
