De Australische senator Gerard Rennick heeft een storm van kritiek losgemaakt in de cryptogemeenschap door Bitcoin (BTC) af te doen als een “Ponzifraude” en te beweren dat het geen praktische waarde heeft omdat “je het niet kunt eten”. Zijn uitspraken, gedaan in een bericht op X op 23 mei, volgden op een vraag van een gebruiker over zijn standpunt over Bitcoin. Dit kwam vlak na een nieuwe recordkoers van $111.935 op 22 mei. Maar Rennick liet geen ruimte voor nuance en ging vol in de aanval. Wat is hier aan de hand?
Rennicks harde woorden
In zijn bericht op X schreef Rennick: “Bitcoin zal uiteindelijk naar $1 miljoen gaan. Waarom? Omdat het een Ponzischeme is waarbij BlackRock steeds meer dollars in een product met een beperkt aanbod pompt.” Hij voegde eraan toe: “Wat levert dit product precies op? Helemaal niets.” Volgens de senator mist Bitcoin elke vorm van tastbare waarde, en heeft Australië “echte ingenieurs nodig, geen financiële ingenieurs”. Pittige taal die meteen de aandacht trok van de wereldwijde cryptogemeenschap.
Felle reacties uit de cryptowereld
De Bitcoin-community liet dit niet over zich heen gaan. De Australian Bitcoin Industry Body (ABIB) reageerde scherp en noemde Rennicks uitspraken een “diepgaand misverstand” van wat Bitcoin is en doet. “Dit is zorgwekkend, want misverstanden leiden tot verkeerde voorstellingen, en dat leidt weer tot slecht beleid,” stelde de ABIB. En ze waren niet de enigen. Bekende namen uit de cryptowereld sprongen in de bres voor Bitcoin.
Laura Shin, host van de Unchained-podcast, kaatste de bal terug met een sarcastische opmerking: “Je kunt het internet ook niet opeten, dus ben je daar ook tegen?” Jimmy Kostro, teamleider van de Bitcoin Marathon, ging verder en voorspelde dat Rennicks standpunt niet lang houdbaar zou zijn. Hij daagde de senator uit om zijn visie verder uit te leggen.
Maar Rennick? Die leek niet onder de indruk. “Het is zielig hoe de BTC-gemeenschap geruststelling nodig heeft van een politicus – juist de mensen waarvan ze beweren af te willen,” sneerde hij terug. Hij voegde eraan toe dat hij “niets hoeft uit te leggen”. Een klassieke botsing tussen de oude garde en de nieuwe wereld van crypto.
Een bekend patroon
Dit is niet de eerste keer dat een politicus en de cryptowereld met elkaar clashen. Een paar weken geleden kreeg Katie Hobbs, gouverneur van Arizona, het aan de stok met de gemeenschap. Ze wees een wetsvoorstel af dat Arizona toestond om Bitcoin in zijn reserves op te nemen. Jameson Lopp, medeoprichter van Casa en een bekende naam in de cypherpunk-beweging, noemde haar beslissing “een keuze die slecht zal verouderen”.
En laten we niet vergeten: in december 2024 verkocht de Amerikaanse overheid voor $1,9 miljard aan Bitcoin aan Coinbase. Voor veel crypto-enthousiastelingen was dat een gemiste kans om crypto verder te legitimeren. Dit soort acties en uitspraken wakkeren alleen maar het vuur aan bij voorstanders van decentrale systemen. Voor hen bewijst dit juist waarom Bitcoin nodig is: een financieel systeem zonder bemoeienis van overheden en centrale banken.
Rennicks uitspraken leggen dan ook een bredere kloof bloot tussen traditionele beleidsmakers en de groeiende groep crypto-adepten. Terwijl Bitcoin zijn waarde blijft bewijzen met recordkoersen en wereldwijde adoptie, lijken sommige politici nog altijd moeite te hebben met de technologie. Voor de cryptogemeenschap is dit geen reden om te twijfelen, maar juist een extra motivatie om door te pushen.