OpenAI, een van de pionierende bedrijven op het gebied van toegepaste kunstmatige intelligentie (AI), heeft $6,6 miljard opgehaald in zijn laatste financieringsronde. Dit bedrag zal het bedrijf in staat stellen nieuwe tools te ontwikkelen om hun missie van het bereiken van algemene kunstmatige intelligentie (AGI) te bevorderen.
Waarde van OpenAI is gestegen naar $157 miljard
Het bedrijf, dat claimt wekelijks meer dan 250 miljoen mensen te bedienen met zijn ChatGPT-bot, bereikte een waardering van $157 miljard, waarmee het zich op de lijst van de meest waardevolle particuliere bedrijven ter wereld plaatst. De financieringsronde werd geleid door Thrive Capital, dat eerder werd gemeld een investering van $1 miljard te doen, en had de deelname van grote technologiebedrijven zoals Microsoft, dat eerder al samenwerkte met OpenAI, en Nvidia, een van de grootste AI-chipontwerpers.
De opgehaalde fondsen zullen de mogelijkheden van het bedrijf uitbreiden om de benodigde apparatuur aan te schaffen voor het uitvoeren van zijn rekenintensieve taken. In een officiële verklaring stelde OpenAI:
“De nieuwe financiering stelt ons in staat onze leiding in grensverleggend AI-onderzoek te versterken, de rekenkracht te vergroten en door te gaan met het bouwen van tools die mensen helpen moeilijke problemen op te lossen.”
Samenwerking met Amerikaanse overheid
Het bedrijf verwees ook naar zijn recente samenwerking met de Amerikaanse overheid en verklaarde: “Door samen te werken met belangrijke partners kunnen we het volledige potentieel van deze technologie ontsluiten.” Volgens overeenkomsten die in augustus zijn gesloten, moeten OpenAI en Anthropic hun AI-modellen ter beschikking stellen aan de Amerikaanse overheid voor testen.
Het bedrijf gaf echter geen duidelijkheid over de geruchten over een overstap naar een meer winstgerichte aanpak, die het bedrijf aantrekkelijker zou moeten maken voor potentiële investeerders. Bronnen met kennis van de zaak onthulden dat deze stap ook CEO Sam Altman in staat zou stellen om aandelen te ontvangen.
