Reserveringen over een mogelijke digitale euro, waarvan sommige zijn afgedwaald naar het terrein van samenzweringstheorieën, tonen aan dat er geen dwingende noodzaak is voor een dergelijke digitale valuta in de Europese Unie, aldus de gouverneur van de Bank van Spanje, Pablo Hernández de Cos, tijdens een toespraak op maandag.
Hoewel het project voor de digitale euro van de Europese Centrale Bank belangrijk is, zijn de Europese en Spaanse betalingssystemen “zeer efficiënt”, en daarom gaan centrale bankiers “voorzichtig verder met onze analyse”, zo verklaarde hij.
Het project voor de centrale bank digitale valuta (CBDC) van de ECB, dat de uitgifte van een digitale versie van de euro voor detailhandelsbetalingen onderzoekt, begon snel, maar vertraagde met wetsvoorstellen eerder dit jaar, en centrale bankiers staan politieke tegenstand tegenover. Kritiek omvatte legitieme zorgen over privacy en escaleerde in samenzweringstheorieën over een digitale euro die een rol speelt in een plan om staatscontrole uit te breiden.
Een CBDC moet worden ontworpen om elk risico voor financiële stabiliteit en monetair beleid te beperken, aldus Hernández de Cos. Hij zei:
“Ik ben me er volledig van bewust dat, in de huidige staat, dit initiatief veel vragen oproept, zowel voor de samenleving in het algemeen als voor de financiële sector. In deze omstandigheden wordt de uitgifte van een digitale euro niet vanzelfsprekend beschouwd als een dwingende noodzaak.”
Dat betekent niet dat het werk aan een digitale euro moet stoppen, zei de gouverneur. In november ging het project over naar een “voorbereidingsfase”, waarin de ECB een regelboek zal afronden en aanbieders zal selecteren om een platform te ontwikkelen voor tests. Hernández de Cos vervolgde:
“Ik ben van mening dat het onze verantwoordelijkheid is – niet alleen van de centrale bank, maar ook van de financiële sector – om ervoor te zorgen dat een dienst die essentieel is voor het welzijn van de samenleving, zoals het betalingssysteem, geen bedreiging vormt. Daarom, ongeacht de uiteindelijke beslissing, geloof ik dat alle inspanningen van het Eurostelsel, zowel in het verleden als in de toekomst, volledig gerechtvaardigd zijn.”