Donderdag heeft districtsrechter Analisa Torres ingestemd met het uitstellen van de handhaving van de civiele boete van $125 miljoen die aan Ripple is opgelegd, waardoor de deur openstaat voor een mogelijk hoger beroep in de langdurige juridische strijd van het betalingsbedrijf met de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC).
De boete van $125 miljoen van het bedrijf zou oorspronkelijk op vrijdag 6 september moeten worden betaald, nadat Torres deze vorige maand in een bevel had opgelegd. In plaats daarvan stort Ripple nu 111% van de boete ($138,75 miljoen) op een rentegevende rekening op naam van de advocaten van het bedrijf.
Het bedrijf behoudt echter de opgebouwde rente en het economisch eigendom van de rekening, maar heeft geen controle over de fondsen. De rekening zal worden ontgrendeld als een hogere rechtbank het vonnis van Torres vernietigt of als beide partijen het erover eens zijn dat de fondsen naar Ripple’s boete moeten gaan.
Torres’ schorsing zal 30 dagen duren na de beroepstermijn in oktober als noch Ripple noch de SEC beroep aantekent, of 30 dagen na een beslissing van het Hof van Beroep.
De SEC klaagde het in San Francisco gevestigde betalingsbedrijf voor het eerst aan eind 2020 omdat het naar verluidt XRP verkocht als een niet-geregistreerd effect. Vorig jaar oordeelde Torres echter al dat Ripple’s geautomatiseerde, open-market verkopen van XRP geen effectenaanbiedingen vormden, in tegenstelling tot wat de SEC beweerde. De rechter was het alleen wel eens met de bewering van de SEC dat Ripple’s verkopen van XRP rechtstreeks aan institutionele kopers effectenaanbiedingen waren.