Een groot blockchain-analysebedrijf heeft onlangs aangegeven dat Bitcoin (BTC) zich nog steeds in een “euforiefase” bevindt, ondanks de recente correctie op basis van on-chain-statistieken.
In een nieuw rapport gaf Glassnode aan dat het bedrijf de huidige neerwaartse prijsactie van BTC nog steeds gematigd is vergeleken met eerdere cycli, wat erop wijst dat de koningsmunt zich in de beginfase van een bull run bevindt. Het beschreef het als volgt:
“Als we terugkeren naar de omvang van de terugtrekkingen waar we eerder op doelden, kunnen we zien dat ondanks de grootschalige winstnemingen door bestaande houders, de omvang van de terugtrekkingen historisch klein blijft.
Als we de ATH-doorbraak (all-time high) in voorgaande cycli vergelijken, zou je kunnen stellen dat de huidige euforiefase (markt voor prijsontdekking) nog relatief jong is. In eerdere euforiefases zijn er talloze prijsdalingen geweest van meer dan -10%, waarvan het merendeel veel dieper was, waarbij meer dan 25% gebruikelijk was. De huidige markt heeft slechts twee correcties van ~10%+ gekend sinds de ATH werd verbroken.”
Glassnode zei dat, op basis van een on-chain analyse van de grootste beurzen in de sector, de kracht van Bitcoin het afgelopen jaar grotendeels te danken is aan de instroom vanuit de spotmarkt. Het bedrijf gaf ook aan dat de correctie op de kortere termijn van BTC wordt ondersteund door de “nieuwe vraag” van nieuwkomers op de markt. Het zei hierover het volgende:
“De sterke marktprestaties van Bitcoin in de afgelopen twaalf maanden worden ondersteund door een opmerkelijke stijging van zowel de spothandelsvolumes als de on-chain-stromen die verband houden met beurzen. Door de Cumulatieve Volume Delta te analyseren, kunnen we ook inschatten dat de vraagzijde opmerkelijk sterk is geweest, zij het dat biedingen geduldig de kant van de maker kozen in plaats van de kant van de afnemer.
Nu de markt boven de ATH van 2021 ligt, is de winstneming toegenomen, maar deze is de afgelopen weken aan het afkoelen. Het welvaartsevenwicht is ongeveer in evenwicht tussen de langetermijnbezitters en de nieuwe vraag, wat erop wijst dat de ‘Euforie’-fase vanuit historisch perspectief nog relatief vroeg is.”
